Hoe gaan wij om met milieu?
Bij de kerndoelen is ook aandacht besteed aan het milieu. Maar, in Europees verband zijn vier milieubeginselen vastgelegd. Dit zijn afspraken over de manier waarop we zorgen voor ons milieu:
- Het voorzorgsbeginsel. Dit betekent dat (vergunningsplichtige) activiteiten kunnen worden voorkomen als er goede redenen zijn om te vrezen dat de betreffende activiteit negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu.
- Het beginsel van preventief handelen. Dit betekent dat milieuvervuiling zoveel als mogelijk dient te worden voorkomen.
- Het beginsel van bestrijding aan de bron. Dit betekent dat bij een negatief gevolg als eerste dient te worden gekeken of er iets bij of in de directe omgeving van de activiteit zelf kan worden veranderd.
- Het beginsel van de vervuiler betaalt. Dit betekent dat degene die de activiteit uitvoert ook moet betalen voor het voorkomen of opruimen van de negatieve gevolgen.
In de Omgevingswet staat dat de omgevingsvisie moet laten zien hoe we als gemeente omgaan met de vier milieubeginselen. Na vaststellen van de omgevingsvisie stelt de gemeente een Milieu- en gezondheidsplan op waarin naast een algemeen plan ook aandacht voor bijzondere gebieden zal zijn.
Toelichting: Naast het werken binnen de nationale en Europese kaders op het gebied van milieu krijgen gemeenten meer ruimte voor het stellen van kwaliteitsnormen voor het milieu. Het rijk stelt hiervoor inhoudelijke kaders in de vorm van instructieregels. Die kunnen een standaardnorm en een bandbreedte meegeven (op het gebied van lucht, geluid, externe veiligheid, trilling, geur van veehouderijen en bodem). Eventuele gebiedsgerichte normen bewegen zich dus altijd binnen wettelijke bandbreedtes.
Als gemeente hebben we kennis van de vier milieubeginselen en beschouwen we milieu als een integraal onderdeel van de fysieke leefomgeving. Vanuit dit oogpunt hanteert de gemeente Vught de volgende uitgangspunten:
- De door de rijksoverheid wettelijk vastgestelde kwaliteitseisen vormen het minimale niveau voor de gemeente Vught. Daar waar afwegingsruimte beschikbaar is vanuit milieu, hanteren we voornamelijk het ‘ja, mits’ uitgangspunt. Met als doel dat meer functies in elkaars nabijheid kunnen voorkomen, zonder beperkingen op te leveren.
- De milieukwaliteit wordt per saldo niet onevenredig aangetast. Onevenredige aantasting van milieukwaliteit treedt op als wettelijke normen worden overschreden. Tussen aantasting en onevenredige aantasting van de milieukwaliteit ligt delicate afwegingsruimte. Daar waar deze afwegingsruimte bij de gemeente ligt, wordt een integrale benadering van belangen gevraagd. Waar nodig én mogelijk wordt de milieukwaliteit verbeterd.
- Bij de bescherming en de verbetering van de milieukwaliteit zoeken we naar koppelkansen met ruimtelijke ontwikkelingen en andere beleidsvelden.
- Gebiedsgericht milieubeleid: de milieukwaliteit in een gebied is passend voor de functie van dat gebied. Het mengpaneel binnen de Omgevingswet kan ons in staat stellen om op sommige milieuaspecten wat strenger en op andere wat minder strenge regels te hanteren (waarbij bedacht dient te worden dat de bandbreedtes in de Omgevingswet zodanig zijn gekozen dat altijd sprake blijft van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat). Op dit moment hanteert de gemeente nog geen gebiedsgericht milieubeleid.